
Kies je vinnen met zorg. Verkeerde vinnen kunnen je kramp bezorgen of je zó ver op achterstand zetten dat je niet met de anderen kan meekomen. Dat is geen van beide leuk, in het buitenwater, bij stroming en wind, kun je je zeker geen verkeerde vinnen veroorloven.
Zwembadvinnen en buitenwatervinnen
Voor het zwembad heb je andere vinnen nodig dan voor het buitenwater. In het zwembad gebruik je vinnen met een gesloten hiel, zeg maar een schoentje vast aan de vin, waar je met je blote voeten in gaat. Voor het buitenwater gebruik je vinnen met een open hiel met hielband en duikschoenen, zo blijven je voeten warm(er). Een schoentje beschermt je ook tijdens het lopen van de auto tot in het water.
Een zwemvin is stevig
Het blad mag in de lengte best stevig zijn, zelfs een beetje stijf, maar in de breedte moet het flexibel zijn. De zijkant van de voet en verder naar voren hoort daarom aan beide zijden een stevige rand te zitten. Hoe verder naar voren, hoe verder het blad door moet kunnen buigen. Gelukkig zijn er genoeg vinnen die aan dit signalement voldoen, maar je hebt de beste kans om die te vinden bij een gespecialiseerde duikshop. Daar hebben ze ook genoeg keuze om een perfect passend paar te vinden.
Een zwemvin is niet te strak
Het schoentje moet goed passen, maar mag beslist niet te strak zitten. Liever iets aan de ruime, dan aan de krappe kant. Sommige fabrikanten proberen het rendement van hun vinnen te vergroten door rubber strips in het blad te verwerken. Als de strips de vin heenlopen, maken ze het blad nóg flexibeler in de breedte, zodat het tijdens het zwemmen hol komt te staan. En dat heeft écht effect. Probeer bij aankoop dus altijd even of je het blad makkelijk overdwars kunt buigen. Hoe minder kracht je daarvoor nodig hebt, hoe efficiënter de vin.
Een zwemvin heeft geen scharnieren
Vinnen met scharnierende bladen, daar zit een hele filosofie achter en de fabrikanten zweren dat ze héél licht zwemmen. Misschien wel, maar op het moment dat je écht kracht moet zetten blijken ze nét te veel door te buigen en verliezen ze al hun effectiviteit. Niet doen.
Een zwemvin heeft geen spleet
Vinnen met een spleet over de lengte, dat ziet er ook heel spannend uit. En er zijn fanatieke voorstanders die van niets anders willen weten. Ze zwemmen héél licht, zegt men, als je een slag toepast. Dat is nooit erg efficiënt en zeker niet bij de opleiding. Niet doen.
Een zwemvin is niet te slap
Ze zien er best mooi uit, met hun frisse kleurtjes en hun indrukwekkende poorten, maar de vinnen die je in de sportshop of de speelgoedwinkel vindt zijn meestal véél te slap en waardeloos voor de duikcursus. Die gaten dienen trouwens nergens voor, dus niet doen.
Een zwemvin is niet te lang
Ook heel mooi; extra lange vinnen. Maar alléén voor wie sterk genoeg is en er een wedstrijd mee moet zwemmen. Dit is niets voor de gewone duiker, die krijgt er alleen maar kramp van. Dit zijn vaak vinnen voor freedivers, een andere tak van sport, dus het advies is om deze voor het gebruikelijke duiken niet aan te schaffen.